van Egbertiena Bouwman

aan haar jeugd in Nieuw-Amsterdam (Dommerskanaal), Nieuw-Zwinderen en Wijster.

Egbertiena was een dochter van Albert Bouwman en Egbertien Brouwer. Ze werd geboren in 1926 in Nieuw-Amsterdam. Ze trouwde in 1945 met Frits Pals. Ze kregen vier kinderen. Egbertiena overleed in 2010 in Assen, 83 jaar oud.

Dommerskanaal

Jan Bouwman (de jongste broer van opa Albert) woonde bij een klapbrug, hij woonde aan dezelfde kant (van het Dommerskanaal), zo'n 700 meter van elkaar. We kwamen wel bij elkaar, niet in en uit lopen, niks geen gedoe, moe was ook geen sjouwer, goeie dag en goeie weg. Jan Bouwman lijkt een heleboel op opa, hij was alleen magerder. Over Jan Bouwman (zoon) "dat was een heel lang ende die".

boerderij Albert Bouwman Dommerskanaal
Dommerskanaal

Zuster Roelfje was ziekelijk, had TBC, haar man dronk zo verschrikkelijk, ze woonde aan de andere kant van het kanaal. Je moest een smal bruggetje over. Ze is van ellende omgekomen. (Opm. Roelfje is in 1910 overleden, oma kan haar dus niet gekend hebben).

Roelof Bouwman (ook een broer van opa Albert), woonde aan het Stieltjeskanaal. We hadden wel contact maar niet veel. En je had oom Harm daar wonen, er waren vier huizen tussen papa en mama, die was slager. Later is die naar Nijverdal gegaan, toen de kinderen groter werden, want ze hadden geen bestaan meer. Opa heeft borg gestaan voor Harm en is daarvoor nog eens in gijzeling geweest, iemand van de evangelisatie heeft het betaald, zodat hij (opa) weer vrij kwam, moest het natuurlijk wel terug betalen. Jan Timmerman van oom Harm en tante Henderkien kreeg als een van de eersten een fiets met een achterlicht; hij is trouwens jong overleden, 32 of zo. Tante Henderkien was een mooie vrouw en ome Harm was zo lelijk, dat kon ik nooit begriep'n.

Toen kreeg hij (opa Albert) verkering met mijn moeder dan, die diende in Sleen bij de hoofdmeester, maar die heeft verschillende diensten gehad, die is al als kind van 12 jaar uit huis gegaan en dan verdiende ze een wollen schort en een paar klompen in het jaar, moet je nagaan. Zo het die warkt, ze is bij de hoofdmeester daarweg getrouwd. Daar komt dat theeservies vandaan: een Japans servies 100 jaar oud.

Hij (opa) kon arbeider worden op het Dommerskanaal bij Koopman; daar verdiende hij zeven en een halve gulden in de week. Voor een rijksdaalder had moe voor de hele week boodschappen. Toen was hij sluiswachter geweest in Griendtsveen en meteen een winkel had ie daar, een kruidenierswinkel. Daar is ie een poosje geweest en toen was daar een directeur van Griendsveen, en ze (opa en oma) waren gelovig en die (directeur van Griendtsveen) stuurde altijd op zondag een dienstmeisje om boodschappen. Toen heeft moe gezegd: "een keer wil ik je helpen, maar de volgende keer 's zondags zijn we vrij, dan hebben wij een vrije dag en het is zondag en die vieren wij" en toen was het maar even en moest papa daar weg.

En toen was er weer een uitkomst, toen was er een zekere van de Berg, o nee, in tussentijd is opa in Sleen overleden (opm. in 1928), en opoe (opm. eerder), en toen hebben ze toch allemaal 100 gulden, dat was heel wat in die tijd, hebben ze gebeurd, en toen heeft hij (opa) een stuk heideveld op de Beek gekocht en dat was een bunder of 9 geloof ik en dat heeft hij zelf allemaal ontgonnen en dat heeft jaren geduurd maar mensen hebben het wel gezien, dat is geen goeie grond dat wordt niks. En toen was er van de Berg, een meneer van de Berg dan, die had ook geld genoeg, die woonde ook in een mooi huis, en die is bij papa geweest en die zei je kunt van mij een boerderij huren, of hij dat wel wilde, nou dat wilde papa wel maar er was tussentijd wel weer wat gebeurd, dan ben ik even weer in't voren, zij hadden die 8 of 9 bunder hadden ze klaar en papa had een heleboel aardappels zet en in 1 jaar gong hij alles kwiet, is alles verwaterd, allemaal verrot en toen was't weer net zo ver. En toen kwam Jo van de Berg en die heeft gevraagd of papa de boerderij daar wilde. Maar dat was er een, mien moe was er doodsbenauwd voor want vroeger waren die heren zo als zij een pachter hadden, die vrouwen wilden ze dan ook gebruiken zo was't vroeger en Jo van de Berg die kwam bij moe, dat was een vrolijke vrouw maar die dacht daar heel niet aan, toen werd ie handtastelijk en toen gebeurde het weer en toen zegt papa "we gaan hier weg" en toen zijn ze weggegaan naar Nieuw Zwinderen. Hij (van de Berg) kon moe niet afblijven hij kwam ieder keer weer en toen konden ze een boerderij in Nieuw Zwinderen huren maar ze hadden geen geld en tante Marchje die hier (opm. Assen) woonde die heeft meegeholpen, die zegt "Albert, ik help je wel" en die heeft papa en moe geholpen dat ze daar op de boerderij konden. Een mooi gezin, dat kan ik niet anders zeggen.

Iedereen ging naar Nieuw Amsterdam, naar het Amsterdamscheveld, daar was werk. Ook de vader van opa en die is bij oom Harm en tante Henderkien overleden als ik het goed heb. Daar woonden ze bij in, in een kamer apart en die zijn daar dunkt mij, grootmoeder weet ik zeker, want toen was ik nog 6 toen ze overleed, en vroeger was het zo, bij de begrafenis dan kreeg je een goed maal he en van die dikke plakken schenk, dan keek ie daor als kind dat kun je begrijpen. "Nou", zei oom Harm "dan krijg je ook wat hoor" maar ze mag hier niet komen zei moe, maar ik heb toch een stuk ham gekregen.

Met verjaardagen kreeg je allemaal weck en likeur.

Nieuw-Zwinderen

boerderij Albert Bouwman Dommerskanaal
Nieuw-Zwinderen

In Nieuw Zwinderen hebben we zes jaar gezeten en toen werd die boerderij verkocht en Dijklema die z'n zoon zou er later op, die kon hem kopen en toen is er nog een ander opgeweest eerst voor die jongen zover was, dat was Snippe uit Smilde. Die heeft er ook een jaar of zes gewoond, maar papa moest weer inschrijven wat voor huur hij betalen wilde, wie de hoogste huur wilde betalen die kreeg het, maar papa wist wat voor land alst was, arm land ...zandkoppen... dus die het het niet gekregen en toen kon ie weer op een boerderij op de VAM. Papa het vaak genoeg gezegd, oh, oh had ik die boerderij toch kocht en dan had ik 28 bunder land, had ik het maar gedaan zei hij, voor 34000 gulden had ik een grote boerderij gehad en land direct na de oorlog was het 90000 gulden waard. En als ze het geld weer hadden dan ging pap en moe met zien beiden op de fiets een dag naar Assen om de lening af te lossen (aan tante Marchje).

Tante Jantje, de oudste zus van papa, is in armoede omkomen. De gemeente heeft haar in een huus gezet wat voor opvang van oude mensen was.

Wijster

boerderij Albert Bouwman Dommerskanaal
Wijster

We hadden een gezellig gezin, ook wel ruzie, dat kun je begriep'n, we kwamen vlak achter mekaar an en het was ook een gezellig gezin en iedereen kon komen moe en papa waren altijd gastvrij. Zaterdags en zondagsavonds waren de vrienden en vriendinnen er. We zaten vaak met 20 of 22 man aan tafel 't was nooit teveul. Moe bakte zaterdags vier van zukke broden twee krenten en twee witten en dat wisten ze ... Ze hadden allemaal verkering, die oudsten, maar mien moe die paradeerde wel door huus hen, ze lag nog geen half uur op bedde en dan was ze d'r weer want waar zat Hendrik en Roelfie en Joppie en Tieme, Jannes en Henkie en Fina en Wim en toen heb ik heur de kroon nog ontnomen want ze heeft zo goed opgepast.

Henkie, die is als kind van 12 jaar is ze met meester Jonker en de vrouw, dat is de hoofdmeester van de school in Schoonebeek, die kon in Staphorst kom'n en toen zeg mevrouw Jonkers we willen zo graag Henkie meehebben. Die zat in de laatste klas en we nemen haar als kind op - ze hadden zelf ook al vier kinderen - ook voor hulp en zo en toen zeg moe "t'is wel goed", want ons Henkie kan niet met naar't land want die had de ene heup dikker dan de andere. Ze had altijd pijn maar d'r werd niet naar de dokter gegaan en zo is die naar Staphorst gegaan en van Henkie weet ik alleen dat ze daar gediend heeft en toen het ze Jannes ontmoet en toen Jannes is baas worden bij Stork en dat was wat. Toen is zij daar ook weer in betrekking gekomen, eerst bij een Hazenberg dat was een verschrikkelijke.... Jannes werkte bij de zuivelfabriek in Staphorst voor hij baas werd bij Stork in Hengelo. Fina nam de baan over van tante Henkie.

Willem was zaadhandelaar in Ees.

Tieme, dat was een felle, Tieme heeft die armoede mee gemaakt, hij wou zo graag naar de ambachtschool, maar dat kon niet, want zijn vader en moeder hadden er ook geen geld voor en toen is ie bij Kip gekomen in Hoogeveen. Dat is een garage en die Kip heeft hem 1 avond in de week laten leren op zijn kosten en dat was een gereformeerd iemand en daardoor botste het ook, maar hij hef er toch west tot dat ie met Joppie een jaar of drie getrouwd was en toen is hij de verzekering en de assurantie in goan en daar hebben ze het goed bij had. Als jongen van zestien, vijftien jaar, heeft hij in de mijnen gewerkt want zien broers waren ook in de mijnen in Limburg dus daar is Tiem ook nog weest maar die is toch weer thuis gekomen en toen kon hij bij Kip komen en daar was ie monteur, zo is die aan de gang gekomen.

Hendrik Schoonewille, die was in Schotland geboren, en toen bent ze getrouwd in de oorlog en toen op vrijdagsmorgens, toen was't vrij trouwen, toen waren 6 paartjes, een heel grote zaal en toen heurden ze "Hendrik Schoonewille geboren te Gretna Groot Brittannie", ze dachten is dat een piloot, als 'r maar niet pakt wordt, o o en ze keken of er politie was... En toen gingen we op een grote wagen, een luchtwagen, had papa allemaal stropakken opgelegd, met mekaar naar't gemeentehuis alleen toen wij trouwt bent toen hadden we een rijtuig. Daar zaten wij tussen vader en moeder in. Wij met 'n beidend, toen ging het al een beetje mooier. "Kind, ie erdient een rijtuig" zei papa en wij huurt zo'n ruituig.

En d'r was ook ene Gerrits, schoenmaker, in Hoogeveen d'r waren wij altijd bij toen wij in Wijster woonden nog en ook in Zwinderen geloof ik al, toen kwam papa een keer thuis met zulke hoge rijglaarsjes want ik kon geweldig schaatsen vroeger. Daar moest ie een mudde tarwe voor geven en daarvoor kun je het wel krijgen ons Tine kan goed schaatsen die moet goeie schoenen aan hebben. Ja dat bint allemaal weer mooie dingen en toen kwam ik daarmee op de ijsbaan dat kun je begrijpen. "Hoe kom je daaraan" want ze zagen zo dat het nieuwe waren natuurlijk.

En onze Bertus die hebt er ook een poos bij inwoond, bij haar vader en moeder. Hij had net tegen TBC aan, "ik denk dat het komt", zei dokter, "dat ze zolang in de grond hebben geslapen". Maar hij is toch weer beter geworden en van daaruit bent hij een eigen loonbedrijf begonnen, die moeder van Griet die hef hem holpen, dat ze aan de gang kwamen.

En oom Tienus die hef eerst nog in de zomer naar de bollenlanden geweest. Bloembollen, daar heeft hij een hele poos gewerkt en toen is ie thuis gekomen en toen is ie begonnen met een loonbedrijf. Die hef genoeg in de schuld gezeten, allebei, Bertus ook maar ze bent er toch allemaal goed uitgesprongen.

Ome Willem, ja, dat was een avonturier. Die zei als kind al, zee moe vaak, "ik ga later naar de Indianen toe" en hij wou ook niks anders lezen als Indianenboeken. Nou en toen is hij uit huis getrouwd, toen was't ie 24 of 23 jaar, is ie in Gees komen te wonen .. en toen eh zaadhandelaar is ie geworden. Maar eerst had ie 9 bunder grond. Dan moest papa hem ook altijd helpen en papa had zo'n boel dat kun niet langer en toen is hij zaadhandelaar geworden want Willem ging altijd de boer op want hij mus aan de gang en papa zei "ik kan je werk er niet bij doen, wij hebben genoeg werk aan ons eigen" en toen hebben ze het land weggedaan en is hij zo begonnen met zaadhandel en die is't voor de wind gegaan, maar het geld dat eh dat maakte hem helemaal driest dat was wat he. Geld had hem te pakken, wat hij beurde gooide hij net zo gauw weer vot. Op laatst had hij een auto van prins Bernhard ... een hele grote wagen en toen van ellende, och dat moet ik ook niet zeggen, maar toch, hij wou naar de Indianen had ie zegt en toen had ie al zeven kinder en Eppie was helemaal niet sterk en die wou ook geen kinder weer hebben maar ze bent er weggegaan en de laatste paar dagen zijn ze bij ons op de VAM geweest. Bij papa en moe en toen woonden wij er ook nog, toen waren wij nog niet getrouwd en toen, weet ik nog wel, toen zei moe nog "wil jij al die kinder wel wassen, want die kinder moeten toch schoon". Die waren een paar weken al niet gewassen. Eppie kon dat niet en toch bent ze d'r hen goan. Een paar dagen later hebben wij eh met elkaar heur met een bus naar Rotterdam bracht en toen zat Eppie in de bus en dan ging ze dan bij de een zitten en dan bij de ander. Dat zegt ze tegen mij: "Tina, ik zie jullie nooit weer" en dat is ook zo. Ze was daar direct weer in verwachting en ze was ongeveer aan de bevalling toe en ze gaat naar de WC en ze zit dood op de WC en toen zat Willem met 7 kinders. Dat was wat. Nou die hef wat had want hij moest voor z'n gezin zorgen en dus en ... al jonge kinder en toen zeg ie "ik hef wel doodgraver west, ik moest alles aanpakken". En hij kende een vriend op de boot, Dorpstra uit Drachten, die kende hij goed, ook dat was een zaadhandelaar, dat was net zo'n een, die war aardig goed terecht gekomen. Die is bij zijn broer aan de gang gekomen. En Willem, die kwam bij een broer van de buurvrouw in Gees en die was voor veertig jaar naar Amerika gegaan en die dacht dat het nog net zo was als toen... Toen zeg de buurvrouw tegen Willem "Nou mijn broer, die wil graag een hebben voor de boerderij". Nou en toen heb hij dacht ... en zo ben ze d'r kommen ze zollen in de boerderij en wat staat er: een soort kippenhok en in de grote boerderij woonde die man en ... met 7 kinder, ze hebben op de grond geslapen, alleen ellende was het toen. Heeft ie die broer gebeld en toen is hij daar gekomen als melker, vaste melker, en toen was Eppie, die is in april overleden en in december toen schrijft hij een brief naar papa en moe naar ons dan ... dat hij had kennis gekregen aan een wijkverpleegster in Reewijk. Dat was tante Tjet, want hij wou toch een Hollandse vrouw weer bij zijn kinder hebben en om eventueel mee te trouwen, en die was wijkverpleegster daar en die zei ja, dat kun je wel zeggen, maar ik doe het niet. Heeft 7 kinder, wat haal ik mij op de hals... Later vond ze die foto en ze moest alsmaar naar die foto kijken en als maar die kinder, ja misschien is dat mijn bestemming. Ik heb zo vaak gevraagd Heer, of ik een man mocht ontmoeten en misschien is dit het ... en toen is ze toch hen gaan, maar zegt ze, "Ik ga eerst naar zijn ouders ... ik wil weten wat voor nest als ie uitkomt". Toen is zij begin december bij ons geweest en het leek haar wel goed toe en toen moest Willem komen want ze ging er zo niet heen. Ze wol hem hier ontmoeten. Pa en moe, die hef dat allemaal betaald natuurlijk, tenminste in ieder geval de terugreis. De heenreis, dat weet ik ook niet zo goed en hebben ze elkaar ontmoet en toen zijn binnen drie weken tijd getrouwd. Ze kwam uit St Annaparochie. Die familie, dat was een rijke familie. Haar vader was de grootste aardappelkoper van Europa en die kon dat maar niet begrijpen dat zij met zo'n man met zeven kinder...

Roelof heeft Hennie leren kennen op gezamelijke bijeenkomsten van de jongens en meisjes vereniging.

Assen, juni 2005