
van Gerrit van Wijhe (kleinzoon)
aan Jan Bouwman en Roelfien Timmerman aan het Dommerskanaal.
Jan Bouwman (1894-1979) was de jongste zoon van Hindrik Bouwman en Jobkien Bruins. Hij trouwde in 1914 met Roelfien Timmerman. Ze kregen 8 kinderen. Jan was eerst landbouwer en later melkboer. Hij overleed in 1979, 85 jaar oud.
Foto links: boerderij aan het Dommerskaanl.
Dommerskanaal
Terugkijkend op mijn jeugd en wat mijn ouders mij hebben verteld: hieronder een weergave van de "geschiedenis" van opa en opoe Dommerskanaal. Zij hebben eerst gewoond in de 1e boerderij voorbij de brug. Dus een paar honderd meter verderop. Opa huurde deze boerderij en was een klein boertje. Echter, het probleem was de huur. Het was moeilijk deze uit de inkomsten op te brengen. Daarom moesten zij stoppen met het boer zijn en de boerderij verlaten. Zij zijn toen verhuisd naar het ons bekende plekje aan het Dommerskanaal. Opa had nog een paar koeien en een varken. Daarnaast is hij als melkboer begonnen. Hij moest met een trapkar (bakfiets) de melk halen van de melkfabriek in Schoonebeek. Hij fietste (trapte) dan met de lege melkbussen naar Schoonebeek en haalde volle mee terug die hij onderweg uitventte. Dat was zwaar werk. In weer en wind, regen en kou moest dat iedere dag gebeuren. Stel je voor een bakfiets met 10 tot 15 melkbussen vol met melk. Hij had daarbij de hulp van een trekhond (Banco) die in een zeel voor de bakfiets liep en hem ondersteunde door te trekken. Aan het eind van de dag als hij weer thuis was moesten alle melkbussen worden schoongemaakt. Dat gebeurde door hemzelf met behulp van tante Jantje. Tante Jantje is namelijk erg lang thuis geweest totdat zij trouwde met oom Harm. Opoe was een erg lieve zachte vrouw. Zij liep altijd met en schort voor en rommelde de hele dag maar wat aan. Heel gezellig en als je kwam had zij altijd alle tijd voor je. Toen ik later op wat oudere leeftijd langs kwam dan vroeg ze of ik koffie wilde. Ja zei ik. Wachten, nog maar even wachten. Dan zij ze "ik zal even koffie zetten". Er gebeurde niets. Dan zei ik maar van "zal ik even koffie zetten". Ja zei ze dan dat is een goed idee. Zo gemakkelijk en gemoedelijk. Als ik nu terug kijk had mijn moeder veel van haar.
De boerderij was ingericht voor 2 gezinnen. Aan de rechterkant woonden opa en opoe en aan de linkerkant hebben mijn ouders kort gewoond toen zij trouwden. Ik ben daar zelfs geboren. Mij is verteld dat ik erg verwend werd door opoe. Via hen heeft mijn vader soep leren eten, omdat ik dat als klein kind erg lekker vond. Kort daarna zijn mijn ouders verhuisd naar Schoonebeek waar zij een woning van de NAM konden krijgen. Daarna zijn oom Hendrik en tante Jellie er bij in komen wonen.Verder woonden oom Jan en tante Jantje in een salonwagen in de tuin. Omdat er eerst geen woonruimte was werd er voor deze oplossing gekozen. Later zijn zij verhuisd naar een huis aan het Stieltjeskanaal en nog later naar de Schoonebekerstraat.
De boerderij van opa en opoe werd later - begin jaren 50 - niet meer als boerderij gebruikt. Achter het huis was een "stookhok" en schuur waarin turf was opgeslagen voor het stoken van de kachel en achter in de schuur werden nog een paar varkens gehouden. In de woonkamer waren 2 bedsteden gesitueerd. In 1 daarvan sliepen opa en opoe. Dat kan ik mij nog goed herinneren. In de andere bedstee hebben Roelie en ik wel eens geslapen als mijn ouders op bezoek waren. Het voordeel was dat je dan een beetje mee kon luisteren wat er in de kamer besproken werd. Maar als de deuren dicht waren was het pikkedonker. Als kind wel een beetje eng. Op de beddeplank aan het eind van het bed stond een po die je in voorkomende gevallen in het donker kon gebruiken. De wc was helemaal aan de andere kant van de boerderij op de "deel" = oude stal. Het toilet was afgetimmerd en je deed je behoefte op een ton - dekplaat met een rond gat erin. Als toiletpapier werd de NCRV-gids gebruikt. Mooi glad papier!!! Periodiek werd de ton geleegd op de mestbult achter het stookhok door opoe en tante Jantje.
Het gedeelte waar opa en ope woonden had een voorkamer met een halletje als verbinding met de keuken. De kamer had dus 2 bedsteden (welke later werden ingericht als inloopkasten) en in de kamer stond een tafel met stoelen en een aantal "gemakkelijke" stoelen. Er stonden 2 stoelen aan weerskanten van een grote ronde potkachel. Daar zaten opa en opoe altijd. Opa had altijd een sigaar in zijn mond en veel brandplekken in de overhemden, want hij viel ook wel eens met de sigaar in de mond in slaap. Daarnaast stond er een divan in de kamer. Dat was een plek waar de kleinkinderen altijd op zaten (te ravotten). Verder een dressoir waarin kopjes, glazen etc. De ramen waren hoog en de bovenste gedeelten waren voorzien van glas in lood. De kamer werd alleen op zondag gebruikt en bij verjaardagen. De keuken was voor alledag. Water werd gehaald uit een put; waterleiding was er in het begin nog niet. Later in de jaren vijftig wel.
Opa en opoe hadden een prachtige grote tuin met veel fruitbomen en aan de zijkant bloemen. Wat ik mij kan herinneren langs de gehele zijkant "floxen". Nagenoeg iedere zondag was gewoonte dat de kinderen op bezoek kwamen. De hele voorkamer zat dan vol. De rook van de sigaren en sigaretten kon je wel snijden. Maar dat was gewoon in die tijd. Rokerij stond op tafel voor ieder te gebruiken.De kleinkinderen bleven altijd in de keuken. Daar werd drinken en koekjes neergezet. Wij kwamen niets tekort. Er werd altijd in de tuin, rondom de boerderij gespeeld. Altijd heel gezellig en plezierig. Verstoppertje in het stookhok, achter de mestbult, in de tuin, ja waar dan ook al niet. Wij mochten uiteraard niet aan de vruchtbomen komen. Maar ja wie controleert ons als de hele familie in de kamer zit. Er waren pruimebomen, appel- en perebomen en bessenstruiken. Wij als kinderen mochten alleen het gevallen fruit opeten. Maar ja je weet hoe het in het paradijs ging, de verboden vruchten waren het lekkerst. De mooie rode appels aan de bomen zagen er zo lekker uit. De pruimen waren ook erg lekker, maar als je teveel had gegeten waren de gevolgen erg groot. Aan het eind van de dag zagen we er uit als .... Maar thuis op het aanrecht gezeten met de voeten in de wasbak werden wij dan gewassen en gingen vermoeid maar wel voldaan naar bed. Prachtige ontspannen tijd als je daarop terug kijkt.
Met de ooms en tantes was het altijd heel gezellig. Lieve mensen allemaal. Vooral jouw vader (Hendrik) kon erg aanstekelijk en hartelijk lachen. Hij schaterde het vaak uit. Een lieve man. Mijn moeder was ook altijd erg lovend over hem. Een erg lieve broer voor haar. Je moeder zat altijd aan de grote tafel. Zij rookte als een "ketter" ondanks toen al haar ademtekort. Zij kon erg "gemoedelijk" op haar ellebogen geleund aan tafel zitten. Altijd erg gezellig als alle ooms en tantes er waren. Maar ja met oom Hendrik en tante Jellie ernaast met hun kinderen was er altijd een basis voor gezelligheid. Oom Hendrik en tante Jellie hebben jarenlang ingewoond, todat zij vertrokken naar Ridderkerk. In het jaar 1956 hebben wij nog een aantal maanden weer "ingewoond" omdat mijn vader weer tewerkgesteld werd in Schoonebeek. Maar huisvesting was niet direct aanwezig. Op zolder werden een aantal slaapkamers afgetimmerd en hoe het verder georganiseerd was weet ik niet, want oom Hendrik en tante Jellie woonden er ook nog. Gedurende 3 tot 4 maanden hebben we daar gewoond en bezocht ik de school op de Zandpol. Wij deden dat lopend ( plm. 2 kilometer). Altijd erg gezellig want je ging als groep heen. In die tijd moet opa nog een paar koeien gehad hebben, want ik kan mij herinneren dat 's-ochtends vroeg de melkrijder langs kwam om de melkbussen op te halen. Wij werden daar altijd wakker van.
Toen wij naar Schoonebeek zijn verhuisd ben ik het zicht een beetje kwijt geraakt. Wat ik mij wel kan herinneren is dat ik als kleinkind ( 15 - 16 jaar) er een gewoonte van had gemaakt om 1 x per week mijn opa en opoe te bezoeken. Later - het jaar weet ik niet meer - is besloten in verband met de leeftijd van opa en opoe en het feit dat zij alleen op de boerderij woonden om de boerderij af te breken. De afspraak werd gemaakt om een bungalow te bouwen waarin een apart gedeelte zou worden gemaakt waarin opa en ope zouden kunnen wonen. Oom Hendrik en tante Jellie besloten terug te keren uit Ridderkerk en hen te verzorgen tot het "eind". Opa en opoe kregen een klein keukentje om zelf eten te kunnen koken en een eigen slaapkamer. De overige tijd konden zij doorbrengen in de woonkamer samen met oom Hendrik en tante Jellie. Als er bezoek kwam konden zij - als ze dat wilden - zich terug trekken in hun eigen vertrek/keuken. De tuin rondom het huis bleef en de rest van de grond achter de boerderij waar gewassen werden verbouwd werd verkocht. Toen opa en opoe waren overleden hebben oom Hendrik en tante Jellie nog jaren op de "oude stee" gewoond.
Dit is wat ik mij zo kan herinneren van Dommerskanaal.